Met deze gebeurtenis heeft het bouwen van het kerkje in de rotsen duidelijk niets te maken. In de natuurlijke holte in de rotsen heeft waarschijnlijk eerst een middeleeuwse fortificatie gestaan. In de huidige kerk vallen niet alleen de voor een Godshuis uitzonderlijke kolossale verdedigingsmuren op (tot de hoogte van de fortrichel met een dikte van 1.90 meter), maar ook de drie op schietgaten lijkende vensteropeningen zugterken het vermoeden dat op deze plaats oorspronkelijk een fort heeft gestaan. Deze mening wordt nog versterkt door het feit, dat alle afstanden tussen de schietgatachtige ramen, het sacristieramen, tussen de zuilen in het hoofdschip en de versterkingsbogen ongelijk zijn (volgens plattegrond en doorsnede), wat voor een kerkgebouw uit deze tijd hoogst ongebruikelijk is. Als het hier inderdaad om een fort handelde, dan is het aan te nemen dat hier ook een soort kapel in de burcht voor handen was, die bij een latere verbouwing (1482/84) in de “nieuwe” kerk is opgegaan.

Inderdaad wordt er in Oberstein regelmatig gesproken over een “Unterburg im Tale”, waarbij ook geregeld de kenmerkende naam “das Loch” opduikt. Met “Im Tale” wordt met zekerheid een standplaats binnen de later gebouwde stadsmuren bedoeld en het ligt dan ook voor de hand, dat hiermee de holte in de rotsen wordt bedoeld. Onafhankelijk van deze of andere kapellen in de burcht heeft ongeveer een halve kilometer voor de poorten van het stadje Oberstein in het district “Auf dem Kreuz” (op de plaats van het oude postkantoor/ drogisterij Müller) een kerk gestaan, die in 1324, 1329, 1340 en 1382 in officiële documenten wordt genoemd. Dit godshuis was waarschijnlijk gewijd aan de Heilige Philippus en Jacobus, Dionysius en Walpurgis. Daarnaast wordt in de documenten slechts éénmaal, in 1340, een kapel in het dal genoemd (dus in het ommuurde stadje) maar waarvan wij over standplaats, de ouderdom, de beschermheilige en latere wederwaardigheden, helaas niets weten.

Over de eigenlijke bouw of liever gezegd de ombouw van de huidige Felsenkirche zijn wij in verhouding goed geïnformeerd. Nadat de bevolking van de nederzetting (Ober-)Stein aan de voet van de burcht in de 15de eeuw voortdurend was gegroeid, vond men waarschijnlijk een uitbreiding van de oude kerk “Auf dem Kreuz” of een volledige nieuwbouw noodzakelijk. Als men zich realiseert dat het voormalige Godshuis helemaal niet in het dorp zelf lag en dat anderzijds, na oprichten van nog twee burchten, de oude fortificatie “Im Loch’ (in het Gat) niet meer noodzakelijk was, lag het eigenlijk voor de hand om de daar al aanwezige bebouwing om te bouwen tot kerk, zeker omdat daardoor een naar verhouding grote bouwplaats binnen de beschermende stadsmuren voorhanden was.

Alt innen

Het na de rotsverschuiving van 1742 gebouwde kerkstoel met de Notabelenloge, de kansel en de Apostelschilderijen, langs de galerij.